Boodschap

Zondag 15 januari 1933
Mariette zit op haar broertje te wachten. Door het raam merkt ze een mooie stralende Dame op in het hof voor het huis. Haar moeder ziet haar ook. De Maagd wenkt het kind met de hand, maar uit schrik sluit Mevrouw Beco de deur op slot.

Woensdag 18 januari 1933
Na een stil gezamenlijk gebed van een twintigtal minuten glijdt O-L-V achterwaarts en ze leidt Mariette tot aan de Bron toe, zonder haar van een blik te verliezen. Driemaal onderweg knielt Mariette om met Maria mee te bidden. Nabij de Bron zegt O-L-V haar: “Steek uw handen in het water. Deze bron is mij voorbehouden. Goede avond. Tot ziens”.

Donderdag 19 januari 1933
De mooie Dame maakt haar identiteit bekend met een “nieuwe naam”: “Ik ben de Maagd der Armen”. Mariette vraagt zichzelf waarom de bron haarzelf is voorbehouden, en vraagt daarover meer uitleg. Vol goedheid verbreedt Maria haar glimlach en antwoordt: “Deze bron is behouden voor alle Naties… voor de zieken. Ik zal voor jou bidden. Tot ziens.”

Vrijdag 20 januari 1933
Wat verlangt U, mooie Dame ?” vraagt het kind. Maria antwoordt: “Ik zou zo graag een kleine kapel willen”. En zij zegent het meisje, dat plots bewusteloos ineenzakt. Radeloos draagt haar vader haar terug in huis. Daar doet ze voor een ogenblik de ogen open, en valt rustig terug in slap. Er gaan drie lange weken voorbij; alle dagen komt het kind ‘s avonds buiten om te bidden, maar de Maagd is er niet. Mariette, die tot dan nooit gebeden had – zelfs meer, een hekelzucht had voor al wat met de godsdienst te maken had, bid voortaan soms tot zeven rozenkransen!

Zaterdag 11 februari 1933
Wat een vreugde! De Maagd der Armen is terug. Ze vertrouwt Mariette het hart van haar boodschap toe: “Ik kom het lijden verlichten”. Op deze 11 februari, dag voor dag, wordt de 75e verjaardag van de eerste verschijning in Lourdes gevierd. Deze dag heeft Paus Johannes Paulus II als de wereldgebedsdag voor de zieken verklaard.

Woensdag 15 februari 1933
Uit gehoorzaamheid aan Kapelaan Louis Jamin vraagt Mariette O-L-V een teken. Zij antwoordt: “Geloof in mij… in zal in U geloven… bid veel. Tot ziens.” Pastoor Jamin, die zich betrokken voelde vanwege zijn spirituele kwellingen, bekeert zich ineens en wordt voortaan de meest vurige verdediger van Mariette en van de Boodschap der Maagd der Armen.

Maandag 20 februari 1933
Tijdens een zeer korte verschijning smeekt Maria: “Mijn beste kind, bid veel. Tot ziens.

Donderdag 2 maart 1933
De mooie Dame laat zich een laatste keer zien: “Ik ben de Moeder der Verlosser, Moeder Gods… Bid veel. Vaarwel”, zegt ze, en ze legt Mariette de handen op om haar te zegenen.